Persbericht – Progress Lawyers Network – 08.06.2018

Op 7 juni 2018 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Frankrijk veroordeeld, in een zaak waarin een politieagent een man doodschoot tijdens een achtervolging, (arrest Toubache t. Frankrijk, EHRM, 7 juni 2018).

Het Hof heeft zich gebogen over de noodzakelijkheid en de proportionaliteit voor de  politie om geweld te gebruiken. Hier waren de drie inzittenden van het vluchtende voertuig vermoedelijke inbrekers.  Een man van 20 achterin de wagen werd gedood.

Het Hof beschrijft het drama als volgt : “In de nacht van 27 op 28 november 2008, na een brandstofdiefstal en inbraak, werd een voertuig met aan boord drie inzittende mannen achtervolgd door een patrouille gendarmes. Het voertuig weigerde te stoppen, ondanks de achtervolging en het afschieten van lichtsignalen (flash-ball). Na twee waarschuwingen en na twee keer geprobeerd te hebben om een rijkswachter aan te rijden, schiet een gendarme zes maal in de richting van het vluchtende voertuig.”

De feiten waren door de Franse onderzoeksrechter gekwalificeerd als onvrijwillige doodslag door onvoorzichtigheid en het Franse gerecht vond het niet nodig de rijkswachter door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. 

Het hoogste mensenrechtenhof van Europa heeft geoordeeld dat, gelet op “de afwezigheid van onmiddellijk gevaar vanwege de chauffeur en de afwezigheid van urgentie om het voertuig te stoppen, het gebruik van een vuurwapen door de rijkswachter niet absoluut noodzakelijk was om een gewone arrestatie te verrichten.”

Het Hof heeft besloten dat er een ernstige schending was van het artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het recht op leven.

Het Hof had reeds in een vorig arrest besloten tot een schending van dit artikel (arrest RAMSAHAI EN ANDEREN T. NEDERLAND, http://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-80562,  § 330 ; 334 ; 338 en 341) omdat niets was gedaan om het overleg tussen de politieagent die geschoten had en zijn collega's te vermijden en dat er 15 uur voorbij gegaan waren vooraleer een onafhankelijk onderzoek werd opgestart.

Deze zaken doen uiteraard denken aan de zaak Mawda.

Wat ook de verantwoordelijkheid van de chauffeur van het voertuig is (dader van een inbraak in de zaak Toubache t. Frankrijk, of vermoedelijke dader van mensensmokkel in de zaak Mawda), het gebruik van een vuurwapen is strikt gereglementeerd. Dat blijkt niet alleen uit deze zaak, maar is vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Hopelijk trekt de Belgische justitie lessen uit dit arrest van het EHRM.

Het artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is zoals het artikel 3 een fundamenteel recht, waar niet van afgeweken kan worden. Men kan het niet ontwijken, noch er de gevolgen van vermijden wanneer het geschonden is. Deze artikels vormen het fundament van een democratische staat. Hierop afdingen zou een instorting van de democratie betekenen.