1. De Syrische familie verblijft nog steeds in Aleppo;

  2. Er is geen Belgische ambassade in Syrië, dus de visumaanvragen moeten ingediend worden op de ambassade in Libanon. De aanwezigheid in persoon wordt daarvoor geëist;

  3. De vader tracht een uitweg te zoeken voor zijn familie, en moet daarvoor een land in oorlog doorkruisen met het enorme risico slachtoffer te worden van snipers, bombardementen, … Geen enkele liefhebbende vader wil zijn eigen kinderen blootstellen aan dergelijke risico’s. Eenmaal de visumaanvraag werd ingediend om het vluchten mogelijk te maken, keerde hij dan ook terug naar het appartement waar zijn familie zich verschanst in de hoop te ontsnappen aan kogels en bommen;

  4. De situatie van de vluchtelingen in Libanon is catastrofaal. [1]

Het is al te gemakkelijk om raad te geven aan anderen om hun leven en familie te redden vanuit de comfortabele positie als staatssecretaris in België.

Het getuigt van een absoluut gebrek aan mededogen van Mijnheer Francken  om nu beschuldigingen te richten aan de vader van dit gezin die alleen maar probeert het leven van zijn kinderen te redden.

De Belgische justitie heeft zich reeds gebogen over de vragen die de Heer Francken zich stelt en heeft de argumenten van diens administratie gehoord. De rechters kennen het dossier en de situatie ter plaatse en heeft de Belgische staat dus met kennis van zaken veroordeeld.

Mijnheer Francken stampt wild om zich heen maar de realiteit is dat hij 4 gerechtelijke beslissingen naast zich neer legt, en hiermee de basisprincipes van onze democratie verwerpt

Een burgerschapsverklaring voor staatssecretarissen dringt zich op.

Lees hier het artikel gepubliceerd in De Standaard.